Hoofdstuk II
van Alice in Wonderland heet Het
Tranenmeer (The Pool of Tears). Door
het eten van een koekje is Alice bijna drie meter groot geworden, en omdat ze
nu zeker niet meer door het kleine deurtje naar de mooie tuin kan gaan, vergiet
ze liters tranen, tot er een grote plas om haar heen ontstaat, tot halverwege
de zaal. In het Engels staat er: “shedding gallons of tears, until there was a
large pool all around her, about four inches deep and reaching hald down the
hall.” Je ziet het voor je,
reuze-Alice tot haar enkels in het zoute water.
Diverse
vertalers zagen het toch wat anders. Bij C. Reedijk en Alfred Kossmann was in
1947 het tranenmeer “wel een meter diep” – en het bleef dit, 13 drukken lang,
tot Peter Bulthuis in 2006 eindelijk de fout opmerkte en herstelde. Ook bij
Eelke de Jong, in 1981, is het meer “ongeveer een meter diep”. Je zou haast denken dat vertalers typische
alfa’s zijn die duimen en voeten door elkaar halen. Natuurlijk, vergissen is
menselijk. Maar ik probeer me een voorstelling te maken van die tranenplas van
een meter diep …
Ja, en dan
verschijnt, begeleid door een golf van publiciteit, in 1989 de vertaling van
Nicolaas Matsier, gepresenteerd als de definitieve Nederlandse Alice, die alle
voorgaande in de schaduw stelde en alle volgende overbodig maakte. Dat de
auteursnaam bij de eerste oplage verkeerd gespeld was, een kniesoor die daarop
let. De vertaling was een groot succes, en er volgden een groot aantal edities
en drukken, bij diverse uitgevers. Ook publiceerde Matsier in 1996 een
alleraardigst essay-bundeltje, Alice in Verbazië, over Alice, Carroll en zijn
vertaling. Duidelijk laat de schrijver
merken dat over elk woord van zijn vertaling is nagedacht; soms heeft hij in
latere drukken ook nog wijzigingen doorgevoerd (zie bijvoorbeeld mijn blog over
de Mock-Turtle, die eerst Imitatie- en
later Nep-Schildpad heet).
Terug naar
het Tranenmeer. Bij Matsier is dit,
sinds 1989, “ruim een meter diep”. De
cursivering is van mij. Op maandag 6 april 2009 houdt Matsier een lezing in
Groningen, in het kader van het Studium Generale. Uiteraard ben ik er bij. Ik
ken Matsier van diverse gelegenheden, onder meer heeft hij eens een
tentoonstelling van mij in Groningen geopend, waarna we genoeglijk samen hebben
gegeten, indonesisch als ik het mij goed herinner. Na afloop van de lezing gaat
hij met een vriend dineren; ik word uitgenodigd als Dritte im Bunde. We komen
onder meer te spreken over zijn prestigieuze vertaling van de Annotated Alice van Martin Gardner, die net klaar is en al bij de
drukker ligt. Ik vind het een wonderlijk
project – daarover een andere keer meer. Als ik vraag of hij de hele vertaling
nog eens kritisch heeft doorgelopen, stelt hij de wedervraag of er dan fouten
in staan. Ik vertel dat ik hier en daar wel opmerkingen heb, maar dat ik
slechts één echte fout heb gevonden: de diepte van het tranenmeer. Als Matsier zich de al twintig jaar
onopgemerkte blunder realiseert, trekt
hij wit weg. Zou hij nog op tijd zijn ? Het antwoord is te vinden in de uitgave van Athenaeum-Polak & Van Gennep (die ik overigens kreeg toegestuurd van de uitgever): tien centimeter. Seize matters.
Van Alice in
Verbazië verschijnt later dat jaar (2009) een tweede, uitgebreide en herziene druk. Terwijl in de eerste druk nog met waardering werd geschreven over een artikel van mijn hand in Wauwelwok (zie Verbazië 1e druk pag. 73) bleek die passage in de tweede druk verdwenen. Het kan
natuurlijk toeval zijn …